Pasen, een zeer mooie tijd,
Je wordt getest op je lenigheid,
Je moet zoeken, bukken en rapen,
Je eieren niet laten wegkapen,
Maar lopen, om ter eerst,
Want dan heb je er het meest,
Maar later eerlijk verdelen,
Broer of zus niet bestelen,
En samen paaseitjes eten,
Alle zorgen even vergeten.
Ja, zo vond ik het fijn,
Ach, was ik nog maar zo klein.
Huidige waardering: 5.84 uit 46 stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Eddie
Printbare versie
Volgende gedicht: Daar heb je de kleine jongen
Vorige gedicht: Paasverhaal