Pasen

De kippetjes in het kippenhok hebben het allemaal stuk voor stuk,
Verschrikkelijk druk, verschrikkelijk druk!
Want met z'n allen moeten ze morgen,
De paashaas wel honderd eitjes bezorgen.
Ze kakelen niet, ze roepen geen tok,
Het is nu akelig stil in het hok.
Want als kippetjes eieren leggen,
Is er geen tijd om veel te zeggen.
Maar 's avonds na zessen kukelt de haan:
"Jullie hebben geweldig je best gedaan.
Een hok vol eitjes in bruin en in wit,
En een enkel ei waar een spikkel op zit.
Kippen, het zal je wellicht verbazen:
Morgen zijn jullie vrij van het leggen,
Want dan is het Pasen!"