Ik kijk vlug in de spiegel en ik ben niet echt blij,
Ik lijk wel op een reuzegroot paasei!
Moeder gaf me een nieuw kapsel met een strik.
Nee, ik ben heus geen dommerik!
Zo ga ik niet naar buiten,
Ik laat me nog liever opsluiten!
De deur op slot en de gordijnen toe.
Ik ben moeders kapseltrucjes doodmoe!
Morgen ga ik naar een echte kapper,
Dan word ik pas echt knapper.
Sorry mama, het is gedaan.
Ik wil echt nooit meer afgaan!